MBO-verpleegkundige
Heb je als verpleegkundige een opleiding op kwalificatieniveau 4? Dan kun je in diverse functies gaan werken, in een groot scala aan zorginstellingen en met verschillende soorten zorgvragers. Bijvoorbeeld met mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen, chronisch zieken, ouderen of (pasgeboren) kinderen.
In de diverse functies werk je met mensen die vanwege ziekte of functiebeperkingen dagelijks zorg nodig hebben. Jij verleent de dagelijkse zorg aan deze mensen. Je begint altijd met het achterhalen van de ziektegeschiedenis van een patiënt, zodat je aan de hand van deze gegevens een verpleegkundige diagnose kunt stellen en zorg kunt verlenen volgens een verpleegplan. Dit plan stel je in overleg met de zorgvrager op.
Tot je werkzaamheden behoren onder andere het toedienen van medicijnen, het geven van injecties of het aanleggen van een infuus. Je houdt je patiënten goed in de gaten en onderneemt actie als je merkt dat hun toestand verslechtert. Ook coördineer je de activiteiten rond het verpleegproces en breng je verslag uit aan andere zorgverleners. Je werkt dus samen en spreekt regelmatig met zorgverleners uit andere disciplines.
Het uitgangspunt bij je werkzaamheden is dat de patiënt/cliënt zich zoveel mogelijk zelfstandig kan redden. Dit begeleid en stimuleer je. Hiervoor schrijf je soms een ondersteuningsplan. Bij het verlenen van de zorg is het belangrijk dat je aandacht hebt voor zowel de lichamelijk als de psychische en sociale aspecten van de mens. Samen met je collega´s in een team en samen met andere professionals zoals fysiotherapeuten en artsen, draag je hier zorg voor.

 

Verpleegkundige gehandicaptenzorg
De mate van zorg die mensen met een verstandelijke handicap nodig hebben, is sterk afhankelijk van de ernst van de handicap. Met een lichte verstandelijke handicap kunnen mensen (onder begeleiding) zelfstandig werken en wonen. Anderen hebben meer zorg en begeleiding nodig. Weer anderen hebben door een ernstige meervoudige beperking intensieve zorg en begeleiding nodig.
In alle gevallen geldt dat je de mensen met wie je als verpleegkundige werkt, zoveel mogelijk probeert te stimuleren in wat zij zelf kunnen. Wanneer iemand met een verstandelijke handicap zichzelf niet kan wassen of aankleden, neem je dat van hem over. Als iemand dat wel kan, maar niet uit zichzelf bedenkt dat dat moet gebeuren, heb je vooral een stimulerende en begeleidende rol.
Daarnaast kun je mensen vaardigheden aanleren die zij zichzelf moeilijk eigen maken. Je oefent bijvoorbeeld met het strikken van veters of het dichtknopen van een jas. Maar het is ook mogelijk dat het juist beter is om de omstandigheden aan te passen. Je bedenkt dan creatieve oplossingen. Je zorgt bijvoorbeeld voor klittenband, zodat veters strikken niet nodig is en iemand zichzelf toch kan aankleden.
Veel mensen met een verstandelijke beperking hebben tegelijkertijd ook een lichamelijke of zintuiglijke beperking, of gezondheidsproblemen. Ook kan er sprake zijn van psychische of gedragsstoornissen. Als verpleegkundige houd je het effect van medicijnen in de gaten of verricht je andere verpleegkundige handelingen.
Al deze werkzaamheden behoren tot een ondersteuningsplan dat je vaak zelf opstelt, evalueert en aanpast. Je stemt daarin de hulpverlening af op de behoeften van de cliënt. Tijdens de uitvoering van het plan coördineer je de taken van medewerkers als helpende en verzorgende. Jij bent verantwoordelijk voor de continuïteit van de behandeling. Je onderhoudt daarbij contacten met de cliënt en zijn familie, maar ook met artsen, activiteitenbegeleiders en met behandelaars als fysiotherapeuten en logopedisten.

 

Verpleegkundige in de GGZ/psychiatrisch verpleegkundige
Een psychiatrische stoornis beïnvloedt het functioneren van iemand. Dit kan tot uiting komen in lichamelijke reacties (verwaarlozing van de lichaamshygiëne, overmatig zweten), psychische reacties (verwardheid, angst, depressiviteit) of in onvermogen om sociaal te kunnen functioneren (conflicten, geen contacten leggen).
Als verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg ondersteun je patiënten door hen te leren omgaan met hun psychische handicap en ondanks hun stoornis zo optimaal mogelijk te functioneren; hetzij door weer zonder begeleiding voor zichzelf te kunnen zorgen, hetzij met behulp van blijvende ondersteuning.
Om vast te kunnen stellen welke zorg en behandeling iemand nodig heeft, moet je de patiënt, zijn verleden en zijn situatie goed leren kennen. Samen met andere hulpverleners verzamel je hierover zoveel mogelijk informatie en begeleid je de patiënt bij het bereiken van doelen. Voorbeelden zijn dat de patiënt bepaalde gevoelens bij zichzelf gaat herkennen, agressief gedrag leert beheersen of zelfstandig structuur aanbrengt in dagelijkse bezigheden.
Zowel tijdens als na de behandeling probeer je complicaties en verergering van de symptomen te voorkomen. Je grijpt bijvoorbeeld tijdig in als een patiënt in een -voor hem- bedreigende situatie terecht komt of praat met de patiënt en zijn familie om hun relatie te verbeteren. De verzorgende taken zijn in dit beroep erg afhankelijk van het soort instelling waar je werkt.
Je werkt samen met verschillende andere deskundigen zoals psychologen, psychiaters, arbeidstherapeuten, maatschappelijk werkers, verzorgenden, (ortho)pedagogen en andere verpleegkundigen. Met hen voer je regelmatig overleg over de doelen en behandelmethoden. Daarnaast heb je te maken met andere instellingen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en heb je contact met de familie en vrienden van patiënten.

 

Verpleegkundige in de wijk/wijkverpleegkundige
Verpleegkundige in de wijk of wijkverpleegkundige… Er is wel degelijk een verschil! Als je de MBO-opleiding Verpleegkunde hebt gevolgd, heet de functie verpleegkundige in de wijk, met een HBO-opleiding word je wijkverpleegkundige genoemd.
In het algemeen kun je stellen dat je in deze functie onder andere verpleegkundige hulp bij mensen thuis verleent, voorlichting geeft, mensen begeleidt bij psycho-sociale problemen en verpleegkundige diagnoses stelt.
Bij het verlenen van verpleegkundige hulp kun je denken aan taken zoals het verzorgen van een stoma of catheter (deze zorgen voor een kunstmatige afvoer van de ontlasting van een patiënt), het meten van de bloeddruk, het geven van een injectie of het aanleggen van een infuus. Ook het verschonen van verbanden en het toedienen van medicijnen horen bij je werkzaamheden.
De mensen die je bezoekt zijn bijvoorbeeld herstellend van een operatie, (langdurig) ziek of hebben door een handicap verpleegzorg nodig. Je stimuleert deze mensen om zo goed mogelijk voor zichzelf te zorgen.
Je voert je werkzaamheden zelfstandig uit en werkt soms samen met de arts die jouw patiënten onderzoekt. Je waarschuwt hem tijdig als je merkt dat de gezondheid van de patiënt achteruit gaat. Al je werkzaamheden en bevindingen beschrijf je in een verslag, zodat je werkzaamheden goed overdraagbaar zijn.
Als HBO-verpleegkundige word je in complexere zorgvragen ingezet. Je kunt als wijkverpleegkundige op HBO-niveau bijvoorbeeld voorlichting geven over gezondheid en voeding. Niet alleen bij mensen thuis, maar ook tijdens voorlichtingsbijeenkomsten waar meerdere mensen naartoe komen. Je bereidt deze bijeenkomsten zelfstandig voor.
Onderwerpen die je behandelt zijn bijvoorbeeld het moederschap en het voorkomen van ziektes als AIDS, reuma en kanker. Op het consultatiebureau houd je spreekuur voor kinderen van 0-4 jaar. Je onderzoekt hen op hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Zo kunnen ernstige aandoeningen tijdig opgespoord worden. In de ouder- en kindzorg leg je ook huisbezoeken af en geef je (groeps)voorlichting.

 

Verpleegkundige in verpleeghuis
In een verpleeghuis verblijven die mensen die in de thuissituatie niet meer kunnen worden verzorgd of mensen die worden ontslagen uit een ziekenhuis maar waar in de thuissituatie geen mogelijkheid aanwezig is om verder te kunnen revalideren. Je draagt tevens zorg voor mensen die na herstel van een ziekte weer naar huis of het verzorgingshuis gaan. In een aantal gevallen zal het ook zo zijn dat mensen naast lichamelijke verzorging ook begeleiding nodig hebben in de laatste fase van hun leven.
Als verpleegkundige in een verpleeghuis is het jouw taak de verzorgende te adviseren en coachen om de kwaliteit van de zorg te versterken.Er wordt vaak een beroep op je gedaan voor specifieke verpleegkundige handelingen die de verzorgende niet mag verrichten. Bijvoorbeeld bij het toedienen van medicijnen. Je let er op of deze op de juiste manier worden gebruikt en of de patiënt er goed op reageert. Je herkent ziektebeelden en veranderingen in de gezondheidstoestand en onderneemt de nodige actie.
Daarnaast help je in complexe situaties ouderen bij de lichamelijke en uiterlijke verzorging. Je kunt hierbij denken aan helpen met tanden poetsen of ondersteunen bij het wassen. Maar je hebt ook een belangrijke sociale functie. Je probeert een vertrouwensband op te bouwen met de ouderen, geeft intensieve begeleiding aan ouderen met psychische, psychogeriatrische of sociale problemen en onderhoudt daarnaast contacten met de familie of andere relaties.
Je verricht je werk volgens zorgplannen en verpleegkundige diagnoses en stelt rapportages op. Je overlegt bovendien regelmatig met collega´s, leidinggevenden en andere professionals zoals verzorgenden, fysiotherapeuten, psychologen, maatschappelijk werkers en (verpleeghuis)artsen.

 

Verpleegkundige in verzorgingshuis
Als je ervoor kiest om na het behalen van je MBO- of HBO-diploma Verpleegkunde in een verzorgingshuis te gaan werken, draag je zorg voor mensen (voornamelijk ouderen) die niet meer zonder aanvullende zorg alleen kunnen wonen. Voor hen is het verzorgingshuis hun nieuwe thuis.
Met de juiste zorg en begeleiding probeer jij er voor te zorgen dat bewoners zo lang mogelijk zelfstandig in het verzorgingshuis kunnen functioneren. De zorg die je verleent, varieert van zeer licht tot intensief. Je geeft verpleegkundige zorg aan ouderen en helpt ze in complexe situaties ook met bijvoorbeeld wassen, aankleden of andere zaken die bij de lichamelijke en uiterlijke verzorging horen. Ook help je bij het eten of ondersteun je mensen als ze naar een afspraak of activiteit gaan.
Bij de verpleegkundige zorg die je verleent, hoort dat je ziektebeelden en reacties op medische behandelingen tijdig herkent en rapporteert. Je dient medicijnen toe en let erop of een oudere deze op de juiste manier gebruikt. Als er een oudere in het verzorgingshuis op sterven ligt, geef jij terminale zorg.
Maar het gaat niet alleen om de lichamelijke zorg aan bewoners: ook het opbouwen van een vertrouwensrelatie en het bevorderen van het levensgeluk van de ouderen behoren tot je taken. Je maakt regelmatig tijd voor een praatje, onderhoudt contacten met de relaties van de ouderen, let erop dat hun privacy gewaarborgd is en begeleidt mensen met psychische of sociale problemen.
Je verricht je werk volgens zorgplannen en verpleegkundige diagnoses. Je overlegt bovendien regelmatig met collega´s, leidinggevenden en andere professionals zoals verzorgenden, fysiotherapeuten, psychologen en artsen.

 

Verpleegkundige in ziekenhuis
Als je na het behalen van je diploma MBO- of HBO-Verpleegkunde in een ziekenhuis wilt werken, kies je voor een baan waarbij je met een grote verscheidenheid aan mensen, ziektes, aandoeningen en behandelmethoden in aanraking komt.
Patiënten komen in het ziekenhuis terecht als zij onderzoeken moeten ondergaan of als zij voor een gezondheidsprobleem behandeld moeten worden. Als verpleegkundige werk je op een bepaalde afdeling van het ziekenhuis, waar je de patiënten volgens een zorgplan en verpleegkundige diagnose verpleegkundige zorg verleent.
Deze zorg varieert van het toedienen van medicijnen tot het assisteren van de arts bij behandelingen. Ook het verwisselen van infusen en het bewaken van patiënten die afhankelijk zijn van apparaten, zijn taken die je uitvoert. Je verzorgt wonden, houdt de gezondheidstoestand van de patiënt nauwlettend in de gaten en waarschuwt andere hulpverleners als de situatie hier om vraagt.
Mensen die in het ziekenhuis terecht komen, zijn vaak onzeker en ongerust over hun gezondheid en over wat er met ze gaat gebeuren. Je stelt patiënten gerust, geeft hen informatie over hun verblijf in het ziekenhuis, hun ziekte en behandeling en bent het aanspreekpunt voor familie en vrienden.
Je werkt in teamverband met collega-verpleegkundigen, verzorgenden en helpenden. Ook heb je regelmatig contact met artsen en met collega´s op andere afdelingen (bijvoorbeeld bij de overdracht van een patiënt naar een andere afdeling). Overleggen en rapporteren zijn dus belangrijke onderdelen in je werk

Maak jouw eigen website met JouwWeb